
Niks menselijks aan!
Ondersteboven, zijn hoofd geklemd tussen mijn bovenbenen en zijn armen erbij geklemd of voor zijn borstkas langs vastgehouden met mijn linkerhand. In mijn rechterhand heb ik het gereedschap… We zijn er klaar voor. Of nee…. We gaan er weer aan beginnen. Ik ben er níet klaar voor. Ik ben er niet klaar voor om weer die strijd aan te gaan. Om wéér iets tegen zijn zin in te doen. Maar het moet.
Er zal geen ouder zijn die nog nooit de strijd over tandenpoetsen heeft moeten aan gaan. Een baby of dreumes die er geen zin in heeft. Die zijn hoofd weg blijft draaien of mond stijf dicht houdt. Dat is die fase waarvan we allemaal weten dat het een fase is en met een leuk grapje of liedje krijg je het dan toch vaak voor elkaar. Zo werkte dat in ieder geval bij onze meiden. Bij tanden poetsen nemen we geen democratische beslissingen. Daar hebben we het over een dictatoriaal regime. Tanden moeten gepoetst.
Zo moeten dus ook de tanden van onze jongens gepoetst. Stéan laat het inmiddels toe met heel veel aanmoediging en continue instructies geven. En zeker iedere 10 seconden herhalen dat hij zijn mond open moet houden. Thorben is een heel ander verhaal. Helaas is hier geen sprake van een fase. Vanaf dag één heeft Thorben een overgevoeligheid in zijn mond. (Behalve voor borstvoeding!) Drinken, eten, poetsen en bijvoorbeeld het innemen van medicatie gaan alles behalve vanzelf.
Momenteel krijgt Thorben zijn medicatie op zijn brood (verstopt in een dikke laag pindakaas) maar soms is dat geen optie. Bijvoorbeeld bij medicatie die alleen als vloeistof te krijgen is. Wat dan volgt om het hem toch binnen te laten krijgen is verre van prettig. Gewikkeld in een handdoek zodat hij zijn handen niet bij zijn mond kan krijgen duw ik met mijn onderarm zijn hoofd tegen mijn knie zodat hij die niet weg kan draaien. Met mijn vrije hand knijp ik in zijn wangen om het spuitje zo ver mogelijk in zijn mond te kunnen duwen. Hij begint te kokhalzen. Even wachten tot hij slikt, de volgende milliliter kan er in. En dan te bedenken dat een dosis medicatie vaak zo’n 4 tot 6 milliliter is. Dat betekent zeker 5 keer maar meestal vaker mijn kind opzettelijk laten kokhalzen om zijn medicatie binnen te laten krijgen. Niks menselijks aan!
Het niet willen is dan geen koppigheid (die hij op andere momenten echt wel laat zien hoor!) maar echt een niet kunnen. Omdat het zo pijnlijk gevoelig is. Of omdat hij geen idee heeft waar het voor nodig is. Of omdat het gewoon een naar gevoel geeft. Of…. tja, waarom?! Hij kan het niet vertellen.
Je zou denken dat een kinderhoofd geklemd tussen twee volwassen bovenbenen wel op zijn plek blijft. Niet dus. Zelfs niet als je dusdanig veel kracht zet en je twijfelt of het niet een beetje te hard is… Thorben weet hieruit te draaien. En dan beginnen we gewoon weer van voor af aan. En soms, heel soms besluit ik dat we een keertje gewoon geen tanden poetsen. Gewoon omdat ik er geen zin in heb. Gewoon omdat alles dan net gewoon lijkt.

